Ezechiel 9:8

SVHet geschiedde nu, als zij hen geslagen hadden, en ik overgebleven was, dat ik op mijn aangezicht viel, en riep, en zeide: Ach, Heere HEERE, zult Gij al het overblijfsel van Israel verderven, met Uw grimmigheid uit te gieten over Jeruzalem?
WLCוַֽיְהִי֙ כְּהַכֹּותָ֔ם וְנֵֽאשֲׁאַ֖ר אָ֑נִי וָאֶפְּלָ֨ה עַל־פָּנַ֜י וָאֶזְעַ֗ק וָֽאֹמַר֙ אֲהָהּ֙ אֲדֹנָ֣י יְהוִ֔ה הֲמַשְׁחִ֣ית אַתָּ֗ה אֵ֚ת כָּל־שְׁאֵרִ֣ית יִשְׂרָאֵ֔ל בְּשָׁפְכְּךָ֥ אֶת־חֲמָתְךָ֖ עַל־יְרוּשָׁלִָֽם׃
Trans.wayəhî kəhakwōṯām wənē’šă’ar ’ānî wā’epəlâ ‘al-pānay wā’ezə‘aq wā’ōmar ’ăhāh ’ăḏōnāy JHWH hămašəḥîṯ ’atâ ’ēṯ kāl-šə’ērîṯ yiśərā’ēl bəšāfəkəḵā ’eṯ-ḥămāṯəḵā ‘al-yərûšālāim:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat, Jeruzalem

Aantekeningen

Het geschiedde nu, als zij hen geslagen hadden, en ik overgebleven was, dat ik op mijn aangezicht viel, en riep, en zeide: Ach, Heere HEERE, zult Gij al het overblijfsel van Israel verderven, met Uw grimmigheid uit te gieten over Jeruzalem?


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַֽ

-

יְהִי֙

-

כְּ

-

הַכּוֹתָ֔ם

Het geschiedde nu, als zij hen geslagen hadden

וְ

-

נֵֽאשֲׁאַ֖ר

en ik overgebleven was

אָ֑נִי

-

וָ

-

אֶפְּלָ֨ה

viel

עַל־

-

פָּנַ֜י

dat ik op mijn aangezicht

וָ

-

אֶזְעַ֗ק

en riep

וָֽ

-

אֹמַר֙

en zeide

אֲהָהּ֙

Ach

אֲדֹנָ֣י

Heere

יְהוִ֔ה

HEERE

הֲ

-

מַשְׁחִ֣ית

verderven

אַתָּ֗ה

-

אֵ֚ת

-

כָּל־

-

שְׁאֵרִ֣ית

zult Gij al het overblijfsel

יִשְׂרָאֵ֔ל

van Israël

בְּ

-

שָׁפְכְּךָ֥

uit te gieten

אֶת־

-

חֲמָתְךָ֖

met Uw grimmigheid

עַל־

-

יְרוּשָׁלִָֽם

over Jeruzalem


Het geschiedde nu, als zij hen geslagen hadden, en ik overgebleven was, dat ik op mijn aangezicht viel, en riep, en zeide: Ach, Heere HEERE, zult Gij al het overblijfsel van Israel verderven, met Uw grimmigheid uit te gieten over Jeruzalem?

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!